Opleidingstraject

Het opleidingstraject bestaat uit de onderdelen kennis, vaardigheden en toetsing. In het onderstaande schema zijn deze onderdelen uitgewerkt.

Maand 1-2
+
Maand 1-2
-

Kennis

  • Kennis van de anatomie op hoog niveau brengen (botten, spieren, gewrichten, zenuwen).
  • Pathofysiologie van orthopedische en neurologische problemen up-to-date brengen.

Vaardigheden

  • Meekijken bij patiënten.
  • Actief meedenken over oorsprong van klachten (anatomische lokalisatie etc.).

Toetsing

Presentatie HNP Cervicaal, TLDD en lage rug.



Maand 3-4
+
Maand 3-4
-

Kennis

Orthopedisch en Neurologisch onderzoek: de basis, hoe voer je het uit, hoe interpreteer je de uitslagen?.

Vaardigheden

  • Meekijken bij patiënten.
  • Actief meedenken over oorsprong van klachten (anatomische lokalisatie etc.).

Toetsing

Presentatie LSI CSMP



Maand 5-6
+
Maand 5-6
-

Kennis

  • Vervolg maand 1 t/m 4 theorie achter OMD.
  • Wat voor standsafwijkingen zijn er mogelijk, wat voor symptomen zie je, etc.
  • Meelopen met een orthopeed.

Vaardigheden

De dierenarts in opleiding zal patiënten eerst orthopedisch en neurologisch onderzoeken en zijn/haar bevindingen aan de opleider voorleggen. De opleider herhaalt het orthopedische en neurologisch onderzoek aangevuld met het OMD onderzoek en de behandeling.

Toetsing

  • Praktische toetsing door bij meerdere patiënten het orthopedisch en neurologisch onderzoek te laten doen.
  • Kreupelheden bij de jonge hond.
  • Interpretaties van video-opnames van het gangwerk van het dier.


Maand 7-8
+
Maand 7-8
-

Kennis

  • Basis van OMD behandeling leren.
  • Welke technieken zijn er?.
  • Welke technieken gebruik je wanneer?.
  • Opstellen van een behandelplan.
  • Verslaglegging.

Vaardigheden

  • Leren uitvoeren van het OMD onderzoek op patiënten.
  • De dierenarts in opleiding zal patiënten eerst orthopedisch en neurologisch onderzoeken en zijn/haar bevindingen aan de opleider voorleggen. De opleider herhaalt het orthopedisch en neurologisch onderzoek aangevuld met het OMD onderzoek en de behandeling.

Toetsing

Bij meerdere patiënten het OMD onderzoek uitvoeren en vastleggen. Dit alles wordt door de opleider gecontroleerd.



Maand 9-10
+
Maand 9-10
-

Kennis

  • Vervolg basis van OMD therapie leren.
  • Punctiepunten bij verschillende gewrichten.

Vaardigheden

De dierenarts in opleiding onderzoekt de patiënten orthopedisch en neurologisch en volgens orthomanueel diergeneeskundig onderzoek. Dit alles wordt door de opleider gecontroleerd.

Toetsing

  • Iedere patiënt die door de dierenarts in opleiding wordt onderzocht geldt als een toetsing.
  • Een case report schrijven na overleg met de opleider.


Maand 11-12
+
Maand 11-12
-

Kennis

Meer kennis opdoen aan de hand van literatuur over aandoeningen die met OMD kunnen worden behandeld (TLDD, LSI, HNP, CSMP, etc.).

Vaardigheden

Zoals maand 9-10, onder supervisie van de opleider.

Toetsing

  • Iedere patiënt die door de dierenarts in opleiding wordt onderzocht geldt als een toetsing.
  • Schriftelijke/mondelinge toetsing van de kennis over de verschillende ziektebeelden.


Maand 13-15
+
Maand 13-15
-

Kennis

Kennis opdoen van verschillende ziekten.

Vaardigheden

Zelfstandig patiënten behandelen onder supervisie van de opleider.

Toetsing

  • Iedere patiënt die door de dierenarts in opleiding wordt onderzocht geldt als een toetsing.
  • Schriftelijke/mondelinge toetsing van de kennis over de verschillende ziektebeelden.
  • Case report schrijven en presenteren.


Maand 16-24
+
Maand 16-24
-

Kennis

  • Kennis opdoen van verschillende werk- en sporttakken van honden.
  • Kennis van revalidatie- en fysiotherapietechnieken.
  • Literatuuronderzoek uitvoeren (onderwerp na overleg).

Vaardigheden

Zelfstandig patiënten behandelen onder supervisie van de opleider.

Toetsing

  • Zoals maand 16-18 met respectievelijk 95% goede resultaten voor het onderzoek en 95% voor de OMD behandeling.
  • Eindbeoordeling in maand 24.
  • Diploma Aharon Orthomanuele Diergeneeskunde




Aan te bevelen:

  • Cursussen in Bern volgen: Neurology, minstens I en II.
  • Postacademisch onderwijs in Nederland en in het buitenland.
  • Bijwonen ESVN congressen.